trombones.nl - dé toonaangevende trombone site van nederland
  > home > interviews - u bent nu hier  
   > trombones.nl interviews
 

 

 

 

 

 

 

 


Interview Michel Becquet

Onderstaand interview komt uit een oud exemplaar van Brass Bulletin uit 1985, beschikbaar gesteld door mijn collega Hendrik-Jan Lindhout. Ondanks het feit dat het gedateerd is, wil ik toch dit interview plaatsen. Er is weinig materiaal over Michel Becquet te vinden op het internet. Opnames van deze fantastische klassieke trombonist zijn ook moeilijk te vinden.
Ik heb het voorrecht gehad bij Michel Becquet te kunnen studeren in Lyon. Als eerbetoon aan deze unieke trombonist met zijn onvoorstelbare mooie geluid en legatospel bied ik u onderstaand interview aan.

Als kennismaking met de fantastische sound van Michel Becquet kunt u op onderstaande link klikken, wel even RealPlayer installeren!

Geluidsfragment
Leopold Mozart - Serende in D

Lage kwaliteit (normaal modem)
Hoge kwaliteit (breedband)


Veel Plezier!

Nico Schippers

---

Michel Becquet, je bent tegenwoordig een voorbeeld voor vele trombonisten. Kun je ons iets vertellen over je carriere?

Ik ben geboren in Limoges (in het midden van Frankrijk) in 1954. Eerst heb ik bij mijn vader hoorn gestudeerd, hij was leraar aan de regionale muziekschool. Later kwam ik in de tromboneklas van Jean Jeudi. Op 15-jarige leeftijd was ik de Benjamin van de tromboneklas van het Parijse conservatorium bij Gerard Pichaureau. Onder mijn studiegenoten bevonden zich Branimir Slokar, Alain Manfrin, Gilles Milliere en Jacky Fourquet. Wij zijn dus allen van dezelfde lichting en dat is iets wat ik nu erg belangrijk vind. Het werken met andere mensen van dezelfde standaard creert een gezonde werksfeer en maakt het mogelijk resultaten te boeken. Het werk gaat verder nadat je je einddiploma hebt gehaald!

Hoe zit het met de internationale competities? Kun je daar iets over zeggen?

In Munchen 1974 won ik als 20-jarige een derde prijs, een eerste prijs werd niet uitgereikt. In Toulon 1977 deelde ik de eerste prijs met Gilles Milliere. In Praag 1978 een tweede prijs ex aequo (wederom geen eerste prijs uitgereikt). In Geneve 1979 unaniem gekozen tot eerste prijswinnaar en in Munchen in 1981 een tweede prijs ex aequo, nog geen eerste prijs.
Competities zijn een belangrijke factor omdat het je door de enorme studie veel progressie geeft. Ook geven ze de mogelijkheid veel mensen te ontmoeten. De jury is weliswaar niet altijd uit geschikte personen samengesteld, maar het is wel steeds een kans de mogelijkheden van de trombone te belichtenvergroten.

Welke mogelijkheden?

We hebben tijdens onze studietijd op het conservatorium al onze tijd gebruikt om soloconcerten in te studeren en na onze einddiploma zoekt iedereen een orkestbaan. Persoonlijk geef ik de voorkeur aan het solorepertoire te gebruiken en bekender te maken. De trombone is geen bekend solo instrument. Vaak kennen de mensen alleen de komische bedoelde effecten die vaak vreselijk klinken. Het is ook ongewoon voor een componist om iets te schrijven dat juist de mooie mogelijkheden van de trombone laat zien. Daarom wil ik proberen te laten zien wat de trombone als (solo)instrument kan betekenen. Een componist schrijft zelden voor een specifiek instrument, vaak schrijft hij voor een musicus, dus je moet hun aandacht als musicus zien te krijgen. Mozart schreef 4 hoornconcerten voor een vriend, Strauss schreef er 2 voor zijn vader en zo gaat het tegenwoordig eigenlijk nog steeds. Daarom moet je nieuwe opdrachten geven en laten zien dat de trombone een volwaardig (solo)instrument kan zijn.

Vergelijkbaar met de ontwikkeling van de trompet als soloinstrument?

Voor de trompet vond men een repertoire uit de Baroktijd die muzikaal gezien niet erg sterk waren, als het stuk niet eindigde op een hoge D verkocht het slecht. Ik denk dat de trombone over een afwisselender speelmanier en interessantere mogelijkheden beschikt.

Wat vind je van transcripties?

Om het repertoire uit te breiden moet je met iets anders beginnen. Maurice Andre heeft eerst alle originele barokstukken voor trompet gespeeld (l. Mozart, Bach enz.). Door de enorme vraag moest hij meer werken zoeken en ze bewerken voor trompet.
Daarom moet je met het originele repertoire voor trombone beginnen, dat door maar weinigen gespeeld wordt. Het grote publiek kent het concert van Leopold Mozart of van Albrechtsberger niet, zelfs veel trombonisten niet eens...
Dat het resultaat van een ander probleem; de meeste orkesttrombonisten kijken vaak niet verder dan hun neus lang is....
Ja, trompettisten, zelfs in orkesten, kennen het solorepertoire van hun instrument, wat bij trombonisten niet altijd het geval is.

Wat speel je zoal als solist?

Ik probeer te laten horen wat het instrument zoal kan, eerst een klassiek werk en vervolgens iets moderns. Bij voorbeeld: een combinatie van het Concert van Albrechtsberger met de Ballade van Frank Martin. Voor mensen die de trombone niet kennen geeft deze combinatie hen de mogelijkheid dit te ontdekken.

Gebruik je ook, zoals voorschreven is, een alttrombone in de klassieke werken?

Nee, ik houd niet van de alttrombone. Het is een instrument dat geschikt is om bepaalde passages in kerkelijke werken, zoals in symfonie orkesten, te spelen. Het geeft een betere weerstand en het geluid mengt goed met de koorstemmen. Voor solospelen is de alttrombone te stijf, men kan niet makkelijk liptrillers maken en de stemming is ook twijfelachtig. Men wint niets aan snelheid en de toonkwaliteit gaat er op achteruit. Je moet een instrument zo bespelen dat de mensen het bevalt en mooi vinden en voor mij gaat dat beter met de tenortrombone.

Welk instrument gebruik je?

Ik speel op het nieuwe (1985 red.) model van Courtois (300 Prestige) dat ik samen met Milliere heb ontwikkeld. Het is een licht instrument met verwisselbare beker. Dit stelt je in staat verschillende bekers van verschillende soort metaal te gebruiken, allemaal handgemaakt overigens dus hoge kwaliteit. We moesten de bouwers van Courtois overtuigen om machines aan de kant te doen om zodoende een professioneel resultaat te krijgen. Hierdoor heeft Courtois een zeer goede status ontwikkeld m.b.t. zijn handgehamerde bekers etc. Franse trombonisten spelen met een behoorlijk helder geluid en bestaande trombones helpen niet dit aspect vast te houden, ze zijn vaak te dof / wollig qua geluid.

Is dit instrument bedoeld voor solisten?

Nee, helemaal niet. Men verwijt me dat, maar dankzij de verwisselbare beker kan het ook in een orkest gebruikt worden. Het probleem is dat musici niet regelmatig studeren en daardoor geen precieze voorstelling van hun instrument hebben. Veel orkesttrombonisten studeren pas als werken zoals de Bolero op het programma staan........
Het zou juist verstandig zijn om te studeren indien men in het orkest niet zoveel te doen heeft. Als de Bolero komt is het te laat.
Dus kunnen deze musici niet beoordelen of dit instrument niet voldoet in een orkest. Ik denk dat juist de beker van nickel-zilver de toekomst is voor orkesttrombonisten.

Welke ervaring heb je als orkesttrombonist?

Ik was solotrombonist van "Orchestre de la Suisse Romande" (Geneve red.) van 1972 tot 1975. In juni 1975 ging ik naar Parijs, naar het orkest van "Opera de Paris". Ik moet toegeven dat spelen in een orkest is niet mijn favoriete manier van musiceren. Het zit niet in mijn gewoonte of temperament. Ik doe de dingen liever op mijn eigen manier en houdt er niet van het op de manier van een dirigent te doen. Voor mij is solospelen het belangrijkst en daarna het lesgeven.

Kun je iets meer vertellen over het conservatorium in Lyon?

Het conservatorium van Lyon loopt qua niveau parallel aan het conservatorium van Parijs en probeert een alternatief te zijn voor mensen die niet in Parijs geplaatst kunnen worden. Twee docenten werken samen: ik neem de concerten en kamermuziek voor mijn rekening terwijl mijn assistent Alain Manfrin de technische kant, van blad lezen, orkeststudie en de alttrombone behandeld. We geven ieder ongeveer 12 uur per week les. Ik ben voorstander van een Bb/F trombone (met kwartventiel red.) vanaf het begin voor mijn studenten. Moeilijke concerten studeren we in het derde en vierde jaar. Er is een repertoirelijst waar iedereen doorheen moet werken en we eindigen met werken zoals Tomasi, Martin en Constant naast de klassieke werken die naast techniek ook enige cultuurkennis behoeven.

Gebruik je een bepaalde methode?

Men kan niet voor elke student dezelfde methode gebruiken. Je moet het oefenmateriaal aan elke student aanpassen. Elke student heeft zijn eigen problemen en probeer ik mee te beginnen. Ik probeer iedereen zo veelzijdig mogelijk te laten ontwikkelen. Ook zonder supertalenten kan je iemand trainen een goede trombonist te worden. Het probleem is dat er te veel aanmeldingen zijn, momenteel rond de 50 per jaar. Het is moeilijk hieruit de juiste mensen te selecteren, ik selecteer naast solistische talenten voor het merendeel trombonisten die een goede orkestmusicus kunnen worden.

Houd je je ook bezig met bastrombonisten?

Nee, dat is net als de tuba een ander instrument waar je ook gespecialiseerde docenten voor nodig hebt.

Is moderne muziek ook onderdeel van je lesprogramma?

Aan het eind van de studie, dus het vierde jaar. Ik wil dat studenten eerst alle basis hebben aangeleerd voordat ze met zulke vaak veeleisende stukken aan de gang gaan. Op de repertoirelijst waar ik over sprak staan muziekwerken van alle stijlen.

Bevat deze lijst niet alleen werken van franse componisten?

Het is een lijst die door het ministerie is samengesteld en is bedoeld als suggestie, uiteraard kan er aan worden toegevoegd.

Geef je ook les in het buitenland?

Ja, en ik denk dat dat erg belangrijk is. We ontmoeten hierdoor veel mensen, die naar ons komen om de franse muziek te leren kennen. In Frankrijk, dat moet ik toch zeggen, hebben we als specialiteit het solospelen. Het is daarom nodig buitenlanders onze speelwijze te laten ervaren.

Maar, tegelijkertijd zijn Franse orkesten niet van dezelfde hoge standaard?

Dat komt door de selectieprocedure. Bij een proefspel moet je diegene selecteren die het best in de groep zal passen. De solotrombone heeft als taak zijn speelstijl over te brengen op de andere leden van de groep. We zijn te individualistisch en dat geldt ook voor de andere instrumenten.

Michel Becquet, erg bedankt en veel succes!





> Interview Jay Friedman
> Interview Tim Dowling
> Interview Ben van Dijk
> Interview Michel Becquet
> Discussieer over dit onderwerp
  historie
  mondstukken
  onderhoud
  shop
  interviews
  forum
  vraag & aanbod
  links database
  contact
   
  www.trompet.nl
   



Copyright © trombones.nl, Alle Rechten Voorbehouden.