De Bronstijd - Mozes

In de Bronstijd (vanaf 1800 v. Chr.) bereikte de prehistorische cultuur een hoge trap van ontwikkeling. Naast fluit- en tonginstrumenten verschenen in die tijd voor het eerst de voorlopers van de instrumenten met mondstuk. De enorme vooruitgang op het gebied van de metaalverwerking maakte het mogelijk om al in de vroegste bronstijd de bronzen hoorn te vervaardigen waarvan de oervorm de hoorn van een dier is.

De naar bouw- en klanktechniek belangrijkste instrumenten uit die tijd zijn de als mammoet-slagtanden gevormde luren van brons. Ze zijn tussen de 150 en 240 cm lang en de buis ervan vormt een mooie, krachtige spiraal in opwaartse richting, waarvan het eindstuk met klankbeker naar voren uitsteekt.
De buis is uit twee ongelijke delen samengesteld en op de voeg is aan beide kanten een oog aangebracht voor de haak van de draagketting.
Het mondstuk is niet los gegoten, maar vormt met de onderste buishelft één geheel. Het mondstuk is komvormig, zoals bij de tenortrombone die we nu kennen.

De ondiepe schotelvormige beker is dikwijls versierd. Mond- en bekerstuk zijn voorzien van in ringen hangende trapeziumvormige metalen plaatjes die bij krachtig blazen rinkelden en de zachte, edele klank van de lur met een schetterend levendig accent verrijkten.

2 luren, paarsgewijs

bronzen lur

Men veronderstelt dat de luren bij erediensten werden gebruikt. Deze hypothese wordt gesteund door het feit dat de meeste vondsten gedaan zijn in moerassen op plaatsen waar vroeger erediensten werden gehouden. Dankzij de voortreffelijke conserveringseigenschappen van het veen zijn deze schitterende instrumenten in zeer goede staat bewaard gebleven. In vrijwel alle gevallen werden de luren steeds paarsgewijs aangetroffen, van dezelfde grootte en stemming, zij het met tegenovergestelde windingen die aan de hoorns van een stier doen denken. Ook op rotsschilderingen zijn de luren in series van twee of vier, met naar rechts en naar links gedraaide buizen, afgebeeld.

De meeste luren zijn gevonden in de Deense veengebieden. Ze kunnen thans in Noordeuropese musea worden bewonderd. De stemming van deze instrumenten ligt bij C en Es, ook bij D, E en G; bij klankproeven produceren zij 17-24 tonen van de reeks boventonen.

Uit een latere periode, tussen 1500 en 1000 voor Christus stammen enkele trompetten gevonden in de pyramide van Toetanch’amon, een periode waarin de eerste volkomen metalen en cylindrische instrumenten werden gebouwd. In de bijbel wordt ook gesproken van metalen trompetten bij de Joden in ongeveer dezelfde periode (Tubalkaïn, de eerste metaalbewerker en zijn broer Jubal, de eerste vervaardiger van metalen muziekinstrumenten).

Omstreeks 1000 voor Christus kreeg Mozes de opdracht tot het maken van twee zilveren trompetten, die gebruikt moesten worden voor het samenroepen van de vergadering en tot opmars der legers.

Copyright © trombones.nl, Alle Rechten Voorbehouden.